Een andere kijk op pesten

Een andere kijk op pesten

Je voorkomt veel leed, wanneer je meer weet

Het verschil tussen plagen en pesten kan voor volwassenen duidelijk zijn, kinderen kunnen vaak niets met de opmerking dat ze “er maar tegen moeten kunnen” of “niet zo flauw moeten doen” en “tegen een plagerijtje moeten kunnen”. Plagen is incidenteel, pesten structureel.

Maar wat als je gepest wordt en je komt in een situatie waarin iemand je wil plagen?

Wat wanneer je de ander altijd serieus neemt, of niet weet wanneer iemand iets letterlijk of figuurlijk bedoeld heeft?

Pesten en gepest worden. Twee begrippen met dezelfde onderliggende oorzaak.

Voor pesters geldt dat zij pesten omdat zij een vertekend zelfbeeld hebben. Zij gaan pesten vanuit het gevoel dat zij slachtoffer zijn. Ook degenen die gepest worden voelen zich slachtoffer. Zij voelden zich echter al slachtoffer voordat zij gepest werden.

 

Slachtofferrol

Wat houdt het in, slachtofferrol?

De slachtofferrol gaat verder dan jezelf zielig vinden. Mensen in de slachtofferrol hebben het gevoel dat zij zelf niets kunnen veranderen aan hun eigen situatie. Zij voelen zich afhankelijk van anderen of omstandigheden.

Mensen die hun eigen grenzen niet voelen en erkennen zijn mensen die gevoelig zijn voor de slachtofferrol. Zij horen wat gezegd wordt en voelen zich makkelijk benadeeld, aangevallen of niet begrepen. Zij hebben de behoefte zich te gaan verdedigen en zullen anderen proberen te overtuigen van hun goede bedoelingen. Mensen die eigen grenzen niet erkennen nemen over het algemeen weinig verantwoordelijkheid voor zichzelf. Zij hebben behoefte aan waardering van anderen omdat zij weinig zelfwaardering hebben.

Wanneer mensen hun emoties niet willen of durven voelen, stoppen zij deze weg. De onlustgevoelens die ontstaan, blijven echter achter. Het gevolg van weggestopte emoties is ook weer vaak de slachtofferrol. Vanuit deze slachtofferrol worden veel mensen onzeker. Zij blijven niet langer bij zichzelf maar maken zichzelf steeds meer afhankelijk van wat andere mensen van hen denken of vinden. Wat anderen van hen denken vullen zij echter zelf in en het beeld wat zij denken dat mensen van hen hebben is vaak veel minder positief dan de werkelijke gedachten van de ander.

Zowel pesters als gepesten zitten in de slachtofferrol. Zij hebben beiden een trauma opgelopen en handelen vanuit dit trauma. Hulp aan pesters is even essentieel als hulp aan de gepesten.

Slachtofferrol wil zeggen dat het kind geen verantwoordelijkheid neemt voor zichzelf. Dit is geen verwijt aan de leerling, dit is het gevolg van wat de leerling heeft opgedaan aan angsten, overtuigingen en emoties in zijn leven. De veiligheid die de leerling ervaart in zichzelf en bij zijn omgeving, is van invloed op het gegeven of een kind wel of geen verantwoordelijkheid neemt.

 

Schuld

Er zijn kinderen die vinden dat zij overal de schuld van krijgen, er zijn kinderen die direct anderen de schuld in de schoenen schuiven. Er zijn maar weinig mensen die eerlijk zijn naar zichzelf toe. En toch is dit nodig om verantwoordelijkheid te nemen, om een voorbeeld te zijn voor kinderen. Kinderen mogen leren dat het niet belangrijk is om te oordelen maar dat het belangrijk is om de verantwoordelijkheid te dragen voor wat je zelf doet.

Het is niet erg wanneer iets niet loopt zoals je graag wilt, zolang je vanuit goede intenties handelt. Het is niet erg wanneer je consequenties durft te trekken uit eigen gedrag en de verantwoordelijkheid neemt voor eigen handelen. Leren van fouten kan echter alleen wanneer mensen laten zien waar je anders had kunnen handelen of wat de gevolgen zijn van bepaalde handelingen.

Wanneer er geoordeeld wordt en vooral wanneer er veroordeeld wordt, zullen kinderen niet langer kijken naar hun eigen gedrag maar proberen om niet veroordeeld te worden. Dit betekent dat zij proberen onder consequenties uit te komen, niet eerlijk zijn naar het eigen aandeel in handelen en het aandeel van anderen groter maken. Oordelen en veroordelen vergroot het afschuiven van verantwoordelijkheid met als gevolg dat mensen van zichzelf afdrijven, oneerlijker worden. Dit heeft te maken met de behoefte aan waardering.

 

Pesters

Pesters handelen vanuit verschillende intenties:

  • Er is een groep die handelt vanuit het principe: slaan voordat ik geslagen wordt. Het is een verdedigingsmechanisme dat in werking treedt op het moment dat een kind zich niet veilig voelt in de groep. Om zich staande te houden meet de leerling zich een houding aan. Deze houding is over het algemeen een stoere houding waarin men het voortouw neemt om anderen te kwetsen. De leerling kan de aanrichter zijn van het kwaad, zonder zelf als pester herkend te worden. Door andere kinderen te manipuleren weet hij de aandacht van zichzelf af te leiden.
  • Een andere groep pest daadwerkelijk zelf. De kinderen uit deze groep zijn niet de kinderen die zich laten beïnvloeden door anderen. De groep kinderen die zelf daadwerkelijk pest zijn kinderen die een grote onvrede voelen in zichzelf. Zij hebben anderen nodig om zichzelf beter te voelen. Door anderen te kwetsen weten zij dat de ander zich minimaal zo ongelukkig voelt als zij zich voelen. De pesters voelen zich hierdoor niet beter. Deze pesters voelen weinig als het gaat om de gevoelens van een ander. Hun empathisch vermogen is minimaal. Ieder kind kan het slachtoffer worden van een pester uit deze groep. Een kind dat populair is, een kind dat evenwichtig is of een labiel kind, dat maakt deze pesters niet uit. Pesten ontstaat uit een vernietigingsdrang. Deze vernietigingsdrang is niet alleen op derden gericht, het is in de eerste plaats op zichzelf gericht. Deze kinderen reageren niet op positieve dan wel negatieve feedback. Zij zijn het gewend om afgekeurd te worden, zij keuren zichzelf ook af. Zij ervaren afkeuring van hun gedrag als afkeuring van hen als persoon. Met een positieve aanpak kunnen zij niets, zij wachten op afkeuring. Wanneer deze niet komt zijn zij verbaasd. Zij horen niet wat een ander voor hen wil of kan doen, zij hebben zich afgesloten voor hulp van derden. Zij hebben de ervaring dat dit hen niets brengt en beschermen zichzelf tegen meer teleurstellingen.
  • De meelopers zijn kinderen die zich aansluiten bij de kinderen waarvan zij weten dat ze deze beter mee dan tegen zich kunnen hebben. Het is een groep kinderen die zich over het algemeen schaamt voor het gedrag dat zij vertonen. Zij voelen dat zij niet sterk genoeg zijn om tegen de daadwerkelijke dader in te gaan. Deze kinderen hebben wel empathisch vermogen maar dat proberen zij uit te schakelen omdat zij zich anders schuldig gaan voelen. Zij bagatelliseren hun eigen gedrag omdat zij hun gedrag liever niet onder ogen zien. Meelopers zijn kinderen die niet nadenken over hun eigen mening. Zij hebben begrip voor wat een ander zegt. Wanneer iemand een uitgesproken mening heeft kunnen zij daar in meegaan en wanneer een ander het tegenovergestelde stelt zullen zij ook hier in mee kunnen gaan. Het zijn kinderen die anderen niet veroordelen en begrip voor velen op kunnen brengen. De reden dat zij pesten komt voort uit angst voor eenzaamheid. Zij weten niet wie zij zijn. Zij hebben geen uitgesproken mening, zij hebben begrip voor iedereen, dus in eigen ogen zijn zij niemand. Zij bewonderen velen maar zien hun eigen gematigdheid als zwakte. Hun empathisch vermogen maken zij kleiner naarmate zij het gevoel hebben dat het belangrijk is bij een sterke groep te horen. Wanneer zij aangesproken worden op hun daden is hun spijt oprecht. Hun behoefte om gezien te worden door in hun ogen krachtige kinderen is echter groter dan hun innerlijke kracht. Zij kunnen moeilijk voor zichzelf gaan staan, laat staan voor anderen.
  • Kinderen die zich beter voelen dan een ander kunnen denigrerend doen naar anderen. Hun blijken van afkeuring is zeker een vorm van pesten. Deze kinderen reageren sterk op het uiterlijk van andere kinderen, met name kleding, haardracht en lichaamsgeur zijn aanleiding tot pestgedrag. Ook goede scores van kinderen die in de ogen van deze pesters minder zijn dan zij, zijn aanleiding tot pestgedrag. De arrogantie die deze kinderen ten toon spreiden heeft diverse oorzaken. Het kan overgenomen gedrag zijn (voorbeeld gedrag van naasten en andere belangrijke personen in hun leven), maar het kan ook onzekerheid zijn. Kinderen die alles hebben zonder gepresteerd te hebben kunnen zich erg leeg voelen. Zij worden niet beloond, zij ervaren weinig goedkeuring voor de persoon die zij zijn. Wanneer zij in eigen ogen iets gepresteerd hebben wordt dit over het algemeen normaal gevonden, wanneer zij niet presteren wordt dit ook goedgekeurd. Het maakt dus niet uit wat zij doen, zij worden óf overgewaardeerd óf niet gezien. Pestgedrag voortkomend uit het gevoel van onvrede dat deze kinderen bezitten kan ernstige vormen aannemen. Deze groep kinderen heeft een vertekend beeld van zichzelf. Zij vinden zichzelf erg goed, zonder ooit te presteren óf zij voelen zich niet gezien terwijl zij signalen krijgen erg belangrijk te zijn. Deze kinderen kijken met andere ogen naar mensen dan gebruikelijk is. Het is niet zo dat dit enkel voorkomt in rijke milieus. Er zijn meerdere bevolkingsgroepen waarin de leerling op een voetstuk wordt gezet. Het irrealistische zelfbeeld van deze kinderen wordt gecreëerd door ouders en verzorgers die extreem veel of extreem weinig tijd en energie in hun kind steken.
  • Er zijn kinderen die pesten omdat zij het leuk vinden. Kinderen met weinig fantasie en weinig creativiteit verdrijven hun tijd met het pesten van anderen. Deze pesters kiezen hun slachtoffer niet uit maar pesten degene die hen toevallig in de weg loopt. Zij hebben geen hekel aan deze persoon maar deze persoon was op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Deze groep kinderen is er niet op uit om te pesten, zij pesten zodra de gelegenheid zich voordoet. Dit zijn vooral lichamelijke acties zoals mensen laten struikelen, vechten, schoppen, knijpen. Ze vinden het een leuk tijdverdrijf. Door hun fantasieloosheid en weinig empathisch vermogen denken zij niet na over de gevolgen van hun daden. Zij vinden de reacties van de slachtoffers dan ook overtrokken. In hun ogen was er weinig aan de hand.

 

Gepesten

  • Zoals duidelijk is geworden in bovenstaand stuk zijn er kinderen die totaal zonder reden gepest zijn. Deze kinderen kunnen hun ervaring over het algemeen verwerken zonder blijvende schade. Hun vertrouwen in de mensheid zal een knauw hebben gekregen maar zal zich herstellen. Deze kinderen zullen zich slachtoffer van de omstandigheid voelen en geen pestslachtoffer.
  • Het uiterlijk van kinderen kan een aanleiding zijn om gepest te worden. Toch zullen kinderen in gelijke omstandigheden niet altijd gepest worden. Kinderen die gepest worden hebben over het algemeen een lager zelfbeeld. Kinderen die in de slachtofferrol zitten gaan er vanuit dat hen iets wordt aangedaan. De pester bevestigt dit beeld. Een kind dat leeft vanuit innerlijke kracht staalt dit ook uit en zal ondanks zijn uiterlijk niet gepest worden. Gepeste kinderen dragen over het algemeen trauma’s bij zich. Deze trauma’s kunnen van oorsprong klein zijn. Een enthousiaste kleuter die een tekening aan zijn moeder wil laten zien krijgt nul op rekest omdat zij net druk is de maaltijd te bereiden. Het enthousiaste kind voelt zich afgewezen. Wanneer de leerling op andere momenten even moet wachten op aandacht kan het de overtuiging creëren dat hij het niet waard is gezien te worden. De kleinste opmerking of handeling van derden kan deze overtuiging voeden. Wanneer dit kind gepest wordt zal het pesten zijn zelfbeeld bevestigen.
  • Hoog sensitieve kinderen (HSK) zijn anders. Dit kan een reden zijn om niet geaccepteerd en zelfs gepest te worden. Dit zegt over het algemeen meer over de pester dan over het gepeste kind. HSK zijn anders maar zij blijven ook heel dicht bij zichzelf. Een pester heeft geen vat op de leerling. Een HSK zal eerst met de pester gaan praten, ook wanneer deze een ander kind als slachtoffer heeft uitgekozen. HSK begrijpen niet dat iemand een ander opzettelijk pijn wil doen. Zij gaan uit van de zuivere mens die zij zelf zijn en verwachten van anderen dezelfde intenties. Zij zullen in gesprek gaan om te proberen te begrijpen waarom een ander pest. HSK zullen vooral verbaasd en geschokt zijn wanneer zij gepest worden. Zij erkennen echter wie zij in wezen zijn en de schade die opgelopen wordt heeft gevolgen voor hun wereldbeeld, niet voor hun Zijn. HSK kunnen zich steeds meer terug trekken omdat zij steeds minder van andere mensen begrijpen. Zij zullen zich meer alleen voelen omdat zij weten dat zij anders zijn maar niet anders kunnen handelen dan zij doen.
  • Kinderen die bewust afwijken van de norm zijn in de ogen van een pester een potentiële kandidaat. Kinderen met afwijkende meningen, kleding of gedrag kunnen bedreigend zijn voor een groep. Het gaat hierbij om kinderen die zelf gekozen hebben voor aparte kleding of die hun mening sterk naar voren brengen of zich bewust anders gedragen dan de rest van de groep. Kinderen die anders zijn dan anderen zijn onvoorspelbaar. Deze onvoorspelbaarheid maakt het dat zij als bedreigend worden ervaren en in de ogen van pesters uitgeschakeld moeten worden.
  • Een groot deel van de kinderen dat gepest wordt is zelf erg sociaal. Zij willen het beste voor een ander. Deze kinderen zijn gefocust op het welzijn van de ander en niet op het welzijn van zichzelf. Zij maken zich veelal afhankelijk van goedkeuring van derden. Zij hebben veel bevestiging nodig van anderen om zich goed te voelen. Deze groep kinderen kan van gepest worden overschakelen naar pester zijn omdat zij zich afhankelijk maken van de goedkeuring van degene die bepaalt wie er gepest wordt. Kinderen uit deze groep zijn over het algemeen meelopers, geen oorspronkelijke daders. Kinderen die ernstig gepest zijn kunnen dader worden omdat zij op deze manier aanzien en daarmee in hun ogen goedkeuring krijgen van andere meelopers.

 

Omgaan met pesters en gepesten

Pesters en gepesten hebben beiden geen reëel zelfbeeld. Het is belangrijk om te achterhalen waarom iemand pest of zich laat pesten. Een groot deel van de kinderen die gepest worden is zelf erg sociaal. Zij willen het beste voor een ander. Deze kinderen zijn gefocust op het welzijn van de ander en niet op het welzijn van zichzelf. Door anderen belangrijker te vinden dan zichzelf komen zij steeds verder van hun eigen behoeften af te staan. Zij geven steeds iets meer van zichzelf weg en raken zichzelf stukje bij beetje steeds meer kwijt.

Het is van het grootste belang dat zowel pesters als gepesten geholpen worden te kijken naar wie zij daadwerkelijk zijn, zonder oordeel.

Noor Gabriëls

(dit artikel is eerder als E-book verschenen bij HSPadviseurs)